Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En God [70]keerde [Zich], en [71]gaf hen over, dat zij [72]het heir des hemels dienden, gelijk geschreven is [73]in het boek der profeten: [74]Hebt gij ook slachtofferen en offeranden Mij opgeofferd, veertig jaren in de woestijn, gij huis Israels? 70. Dat is, werd toornig over hen, daar Hij tevoren hun gunstig was geweest en weldeed. Of, keerde zich van hen af. 71. Namelijk als een rechtvaardig Rechter aan hunne begeerlijkheden en in een verkeerden in; Rom.1:24,28. 72. Dat is, de zon, maan en andere gesternten. Zie Deut.17:3; 2 Kon.17:16; Jes.40:26; Jer.19:13. 73. Namelijk der kleine profeten, die in een boek tezamen bijeengesteld waren. Dit staat bij den profeet Amos, Amos 5:25. 74. Met dit vragen wil Hij zeggen dat zij hem niet hebben geofferd naar behoren, noch met een oprecht hart; Amos 5:21.